Alle kinderen in Nederland hebben recht op onderwijs. Toen de gemeente Zwolle een regionale opvanglocatie aan de Meeuwenlaan opende voor statushouders die op een woning wachten, moest er dus ook een school komen. Stichting Catent en de vereniging Florion gingen vorig jaar gezamenlijk deze bijzondere uitdaging aan. Gemiddeld rond de veertig kinderen volgen nu onderwijs op de eerste verdieping van de oude Elbertschool aan de Veemarkt. ‘Het is een fijne school!’ zeggen leerlingen Rimas (11) uit Syrië en Amalia (12) uit Rusland in duidelijk Nederlands.

‘Toen ik nog directeur van de Wilgenburg was, zaten er een keer twee kinderen uit Syrië tegenover me’, vertelt Irna Koot die nu de leiding heeft over de Nieuwkomersschool. ‘Ze keken mij aan met van die enorme, donkere kijkers en smeekten: “Mogen wij naar school, mogen wij alstublieft naar school? Wij zijn heel lief!” En toen dacht ik: deze kinderen hebben ons echt nodig. Als je ergens het verschil kunt maken, is het hier wel. Dat vind ik het ongelofelijk fijne aan deze school: alle kinderen zijn hier welkom, waar ze ook vandaan komen.’ Docent Ingrid van den Berg knikt. ‘We merken dat de kinderen hier opbloeien, dat ze zich welkom en veilig voelen op deze school. En dat is wat we ze willen meegeven: je mag er zijn, ik zie je. Als ik naar huis fiets, denk ik altijd: heb ik iedereen gezien. Al is het alleen maar even een aai over de bol geven.’

Mogelijkheden en kansen

Eigenlijk klopt alles aan de Nieuwkomersschool. In een notendop komt de hele wereld er vreedzaam samen. De katholieke stichting Catent en de gereformeerde vereniging Florion gaan hand in hand bij het aanbieden van onderwijs aan vooral veel moslimkinderen. In het oude, sfeervolle schoolgebouw in de Kamperpoort klinken weer kinderstemmen. En de samenwerking met de gemeente Zwolle verloopt perfect. ‘Deze school stopt over drieënhalf jaar, maar dan zijn de vluchtelingen niet ineens verdwenen’, zegt Irna. ‘De regiegroep van de gemeente kijkt niet alleen naar deze school, maar met het oog op de toekomst ook naar een eventuele samenwerking met de Oekraïneschool en de taalklas die eigenlijk ook voltijds onderwijs wil gaan geven. Men gaat niet uit van belemmeringen en grenzen, maar men denkt in mogelijkheden en kansen.’

Gewoon kinderen

‘De Nieuwkomersschool is gewoon één van de leukste scholen van Zwolle’, zegt Ingrid. Voorheen werkte ze op een reguliere basisschool. ‘Ik had wel een opleiding gedaan als taalcoördinator, met een stukje NT2 en woordenschatonderwijs, maar ik had het nog nooit in het echt toegepast. De vorige zomer heb ik me heel goed voorbereid en ingelezen. Ik dacht dat de kinderen met allemaal trauma’s binnen zouden komen, maar dat is niet zo. Het blijken gewoon kinderen! Ze willen leren, ze willen spelen, ze zijn gretig. In het begin zijn ze misschien wat stil en verlegen, maar na een tijdje komen ze los. Zo hadden we een jongetje van zes jaar, die je in het begin zelfs niet kon benaderen. Maar toen hij na een paar maanden wegging, sprak hij hele volzinnen: “Bij het nieuwe huis heb ik gevoetbald met grote jongens.”’ De kinderen blijven niet lang. Sommige zijn er maar een paar dagen, anderen een paar maanden. ‘Het is steeds wel moeilijk om afscheid te nemen. Maar ik ben dankbaar dat ik hen dit stukje mag brengen, dat ik dit mag doen.’ Irna ook. ‘Je wordt door hun verhalen wel eens met de neus op de feiten gedrukt, maar ze zijn niet zielig. De ouders ook niet. Die blikken niet terug, maar kijken vooruit, nu ze veilig en op hun plek zijn.’

Enthousiast team

De Nieuwkomersschool bestaat nog maar sinds september 2023, maar het team is al helemaal op elkaar ingespeeld. ‘Ik hoef helemaal niet te zeggen wat de mensen moeten doen. Ze hebben het allang gedaan en vaak nog meer dan dat zelfs’, lacht Irna. ‘We zitten nog in de opstartfase, we zijn nog aan het bedenken hoe alles moet. Maar het is geweldig om te zien hoe ongelofelijk enthousiast iedereen is, hoe graag ze willen leren hoe wij die kinderen aan het denken en aan het leren kunnen zetten. We hebben samen ook prachtige gesprekken over onderwijs.’ Ingrid heeft dat gevoel ook. ‘Alles is nog nieuw, we onderzoeken wat nodig is, wat werkt en wat we willen toepassen. Overal halen we onze methodes vandaan.’ ‘Er ligt geen kant-en-klaar-pakketje’, zegt Irna. ‘Je moet veel zelf uitzoeken. En we hebben ook een heel diverse groep kinderen van verschillende leeftijden, niveaus en culturen. Sommige van hen zijn nog nooit naar school geweest. Die moeten eerst leren hoe ze zich moeten gedragen. Op tijd te komen bijvoorbeeld. Samenwerken. Al doende leren ze de Nederlandse cultuur en structuur kennen. We hopen ze in die korte tijd bij ons goed voor te bereiden op hun vervolgstap in de Nederlandse maatschappij.’

Fijne school

Leerlingen Amalia en Rimas zijn al goed voorbereid op die vervolgstap. Amalia’s familie wacht nog op een huis, Rimas’ familie verhuist binnenkort naar Steenwijkerland. ‘Ik ga een cadeautje voor je kopen’, zegt Amalia tegen Rimas. Ze zijn vriendinnen sinds ze in het Nederlands van gedachten kunnen wisselen. ‘De school is leuk’, zegt Rimas. ‘De juf is lief.’ ‘En de meester is een grapjas’, zegt Amalia. ‘Ik hou van rekenen en lezen’, vertelt Rimas. ‘Ik lees Nederlandse boeken. Dat is niet moeilijk.’ ‘We leren ook schrijven met Nederlandse letters’, vertelt Amalia. ‘Ik wil het allemaal goed leren. Later wil ik tandarts worden.’ Ze zijn blij met de Nieuwkomersschool. ‘Het is een fijne school. We leren heel veel. Maar we hebben ook heel veel lol hier.’